Dat er veranderingen in de CAO Uitzendkrachten zaten aan te komen, was al langere tijd geen nieuws meer. Nu zijn deze veranderingen concreet geworden en is de eerste al ingegaan per 1 oktober. De afspraken zijn gemaakt tussen de ABU, NBBU en LBV en moeten onderdeel worden van een groter cao-akkoord. De FNV, CNV en De Unie zijn geen onderdeel van de nieuwe cao en daarom wil de ABU de gesprekken hervatten om alsnog tot een breed gedragen cao te komen. Bewust wordt gekozen voor een gefaseerde uitvoering, zodat het te verwezenlijken is voor alle ABU-leden. APS zet de aankomende wijzigingen voor u op een rij.
Fase A
De termijn van fase A wordt verkort van 78 gewerkte weken naar 52 gewerkte weken. In de praktijk betekent dit dat uitzendkrachten die starten op of na 3 januari 2022 onder deze nieuwe regeling vallen. Start iemand vóór deze datum, dan geldt de termijn van 78 gewerkte weken nog. Uiterlijk 2 januari 2023 moet iedere uitzendkracht over zijn op de nieuwe fasetelling.
Fase B
Het aantal mogelijke contracten blijft 6, maar de termijn van fase B wordt verkort van 4 naar 3 jaar. Ook hier geldt 2022 als overgangsjaar, waarbij fase B overeenkomsten afgesloten in 2021 nog onder de oude termijn vallen en overeenkomsten afgesloten op of na 3 januari 2022 onder de nieuwe termijn. Op 2 januari 2023 geldt de nieuwe periode voor alle uitzendkrachten.
Pensioen
Uitzendkrachten gaan sneller pensioen opbouwen, namelijk al na 8 gewerkte weken in plaats van de huidige 26 gewerkte weken. Iedere uitzendkracht die op 1 januari 2022, 8 of meer weken arbeid heeft verricht, gaat vanaf die dag deelnemen aan de Basisregeling. Deze blijft 52 weken duren, waarna de Plusregeling aanvangt.
Tevens wordt de pensioengrondslag (het deel van het loon waarover pensioen wordt opgebouwd) uitgebreid: pensioenopbouw over loon bij overuren en het toeslagdeel bij onregelmatige en ploegenuren.
Inlenersbeloning
De inlenersbeloning omvatte reeds de volgende 6 loonelementen:
- Periodeloon
- ADV/ATV
- Toeslagen
- Loonsverhogingen
- Kostenvergoedingen
- Periodieken
Per 1 januari 2022 worden daar eenmalige uitkeringen (periodieke uitkering, zoals een bonus of 13e maand uitgezonderd) en de thuiswerkvergoeding aan toegevoegd.
Thuiswerkvergoeding
Niet alleen voor uitzendondernemingen is de onbelaste thuiswerkvergoeding nieuw. Vanaf 1 januari 2022 kunnen werkgevers een onbelaste thuiswerkvergoeding geven van 2 euro per thuiswerkdag. Dit is door het kabinet opgenomen in het Belastingplan 2022. Overigens hadden veel cao’s al afspraken over een thuiswerkvergoeding opgenomen. Let wel op dat dit op eenzelfde werkdag niet samen gaat met de onbelaste reiskostenvergoeding, ook niet wanneer de werknemer een deel van de dag thuiswerkt en een deel van de dag op kantoor. Raadzaam is vaste afspraken te maken over wanneer uw werknemers thuiswerken.
Loonsverhogingen terugwerkende kracht
Loonsverhogingen met terugwerkende kracht (dus loonsverhogingen die worden toegekend met ingang van een tijdstip in het verleden) gaan onder de inlenersbeloning vallen en gelden voor uitzendkrachten die nog in dienst zijn bij de uitzendonderneming en nog steeds werkzaam zijn bij diezelfde inlener.
Terugkeer
Voor uitzendkrachten die binnen 12 maanden terugkeren bij dezelfde inlener of een inlener op wie dezelfde cao van toepassing is, blijft de inschaling op basis van eerdere werkervaring behouden.
Arbeidsmigranten
De arbeidsmigrant die voor het eerst naar Nederland komt (en door de uitzender buiten Nederland is geworven) heeft de eerste 2 maanden ten minste recht op een bedrag ter hoogte van het voltijdsminimum (jeugd)loon, ongeacht de contractduur en het aantal gewerkte uren. Daarnaast mogen de arbeidsmigranten geen schulden opbouwen vóór aanvang van het dienstverband en hebben ze bij einde dienstverband 4 weken de tijd de woning te verlaten, tegen dezelfde huurprijs. Preciezere uitwerking omrent dit onderwerp volgt nog.
Duurzame inzetbaarheid
Cao-partijen hebben de ambitie om extra te investeren in de duurzame inzetbaarheid van uitzendkrachten. Daartoe bestaat de wens de SFU-premie op te schroeven tot de maximale hoogte van 0,2%, zodat daarmee innovatieve arbeidsmarktprojecten bekostigd kunnen worden. Overigens zijn de partijen van de cao niet bevoegd deze heffing vast te stellen.
Onwerkbaar weer
Als er sprake is van onwerkbaar weer, kunnen uitzendkrachten met een overeenkomst met loondoorbetalingsplicht onder bepaalde voorwaarden in aanmerking komen voor een WW-uitkering. Dit komt dan gedeeltelijk in de plaats van de loonbetalingsplicht van de werkgever. Deze regeling is op 1 oktober 2021 ingegaan.