Handhaving op schijnzelfstandigheid hervat per 1 januari 2025!
Vanaf 1 januari 2025 handhaaft de Belastingdienst weer actief op schijnzelfstandigheid. Dit betekent dat zij zonder waarschuwing naheffingen en correcties kunnen opleggen aan opdrachtgevers van ZZP’ers. Dit zorgt bij veel van onze klanten voor onrust en vragen, mede door de onduidelijkheid rondom de regelgeving.
Korte Terugblik:
Sinds de invoering van de VAR in 2001 is het aantal ZZP’ers sterk gegroeid. Om schijnzelfstandigheid tegen te gaan werd in 2016 de Wet DBA geïntroduceerd. Door de onduidelijkheid en administratieve last werd handhaving echter tijdelijk opgeschort. Een duidelijke opvolgende wet, zoals het voorstel VBAR, is er nog steeds niet. Toch zorgt de combinatie van het VBAR-voorstel en het einde van de handhavingspauze voor veel misverstanden.
Zo denken veel mensen dat de Belastingdienst beoordeelt op het beperkt aantal punten uit de VBAR. Zoals de organisatorische inbedding van het werk als doorslaggevend criterium of dat ondernemerschap van de ZZP’er geen rol speelt. Dit klopt echter niet: de Belastingdienst hanteert deze uitgangspunten niet, omdat het slechts om een wetsvoorstel gaat dat nog niet is ingevoerd.
Wat is de werkelijke toets?
De Belastingdienst baseert zich momenteel op bestaande jurisprudentie, met name het Deliveroo-arrest van de Hoge Raad. Daarbij worden 9 criteria gebruikt om te bepalen of sprake is van een dienstbetrekking. Deze worden ‘holistisch’ beoordeeld: alle omstandigheden tellen mee en geen enkel criterium is op zichzelf doorslaggevend.
Wat kunt u doen?
Via de HR dienstverlening van APS kunt u zich, zowel als opdrachtgever als ZZP-er, laten toetsen op deze 9 punten. Wij hebben hiervoor een praktische tool ontwikkeld die per ZZP’er inzicht geeft in de risico’s en aandachtspunten.